Niet doen

In de dagelijkse praktijk komt het vaak voor dat bestuurders van auto’s drukker zijn met andere zaken dan autorijden.Het kan zijn omdat men aan het telefoneren is, de radio te hard staat of andere dingen. Op deze manier heeft men nauwelijks tot niet meer in de gaten wat er allemaal rondom de auto gebeurt. Hierdoor komt het nogal eens voor dat er een paniekreactie ontstaat op het moment dat men plotsklapsĀ  een voertuig van een hulpverlenende instantie in de gaten krijgt met ‘toeters en bellen’.

Het is geen kwestie van: ‘ik moet zo snel mogelijk aan de kant, want dat voertuig moet koste wat kost door’. Nee, maar wat moet je dan wel en niet doen?

Wat je nooit moet doen is onverwachts en plotseling op de rem gaan staan, dan maak je kans op schade aan je eigen en aan een ander voertuig erg groot. Zo’n hulpverleningsvoertuig komt met een redelijk snelheidsverschil aanrijden, en is dus meestal eerder bij je dan je denkt. En hoewel de chauffeurs op en top getraind zijn, is het gauw BOEM!

Raak ook niet in paniek, maar ga uiterst rechts rijden, om de hulpverlenende instantie ruimte te geven zodat deze rustig kan passeren.

Zoek, indien mogelijk, snel een uitwijkplaats of parkeerhaven op om het hulpverleningsvoertuig vrij baan te geven.

Probeer zeker niet het hulpverleningsvoertuig voor te blijven door je snelheid te verhogen. Hiermee breng je jezelf en andere weggebruikers in gevaar!

Achtervolg ook nooit een hulpverleningsvoertuig. Zij zijn gewoon aan het werk op weg naar een spoedgeval. Ook hiermee breng je jezelf en anderen in gevaar.

 

Lees hier wat je WEL moet doen!